Close

Sint Mina de Wonderdoener

Zijn vader Eudoxius kwam uit de stad Niqiyos (Nikiu) en was daar gouverneur. Mina’s broer Anatolius was jaloers op hem en klaagde hem aan bij de keizer. De keizer plaatste hem over naar Noord-Afrika en benoemde hem daar tot gouverneur. De mensen daar waren blij met hem omdat hij genadig was en godvrezend.

Zijn moeder Euphemia was onvruchtbaar. Op een dag ging ze in Athribis naar de kerk op het feest van onze Vrouwe, de Maagd, de Moeder van God. Ze zag de kinderen die hun mooiste kleren droegen, samen met hun ouders in de kerk. Ze slaakte een zucht en huilde voor de icoon van onze Vrouwe de heilige Maria, haar smekend of ze voor haar wilde bemiddelen bij haar geliefde Zoon, zodat Hij haar een zoon zou geven. Een stem kwam uit de icoon en zei: ”Amen”. Ze verheugde zich over wat ze had gehoord en besefte dat de Heer haar gebeden had verhoord. Toen ze naar huis ging en haar man erover vertelde, antwoordde hij: ”Mag Gods wil geschieden.”

De Heer gaf hen deze heilige en ze noemden hem Mina, in overeenstemming met de stem die zijn moeder gehoord had. Toen hij opgroeide, leerde zijn ouders hem lezen en schrijven. Zij gaven hem een christelijke opvoeding. Toen hij elf jaar oud was, ging zijn vader op hoge leeftijd heen. Zijn moeder overleed drie jaar later. De heilige Mina wijdde zijn leven aan vasten, bidden en leven op het rechte pad. Als gevolg van ieders liefde voor hem en zijn vader, gaven zij hem zijn vaders positie. Ondanks dat verminderde hij zijn aanbidding niet.

Toen Diocletianus afvallig werd en bevel gaf om de afgoden te aanbidden, werden velen gemarteld in de naam van de Heer Jezus Christus. De heilige Mina verliet zijn ambt en ging naar de woestijn waar hij vele dagen verbleef, God aanbiddend met zijn hele hart.

Op een dag zag hij de hemel openen en de martelaren bekroond worden met wonderschone kronen. Hij hoorde een stem zeggen: ”Hij die hard werkt voor de naam van de Heer zal deze kronen krijgen. “Hij ging terug naar de stad waar hij gouverneur was en beleed de naam van de Heer Jezus Christus. Wetende dat hij tot een adellijke familie behoorde, probeerden ze hem van zijn geloof af te brengen en beloofden ze hem eer en kostbare cadeaus. Toen hij niet van gedachten veranderde, bedreigden ze hem en de nieuwe gouverneur gaf opdracht om hem te martelen. Toen deze er niet in slaagde om hem van gedachten over zijn geloof in de Heer Jezus Christus te doen veranderen, stuurde hij hem naar zijn broer omdat die misschien meer invloed op hem uit kon oefenen, maar die slaagde er ook niet in. Uiteindelijk gaf hij bevel om hem met het zwaard te onthoofden, zijn lichaam in het vuur te gooien en zijn as te verstrooien in de wind. Het lichaam bleef drie dagen en nachten in het vuur maar het beschadigde niet. Toen kwam zijn zus en ze gaf de soldaten veel geld en mocht zijn lichaam meenemen.

Ze deed het in een zak gemaakt van palmbladeren en besloot naar Alexandrië te gaan, zoals haar broer haar eerder had gevraagd. Ze ging aan boord van een van de schepen naar Alexandrië.  Tijdens hun reis kwamen zeedieren uit het water en zij vielen de passagiers op het schip aan. Ze waren bang en schreeuwden. De zuster van de heilige bad tot de Heer en vroeg om de voorbede van haar broer. Terwijl de passagiers bang waren, kwam er vuur uit het lichaam van haar broer naar de gezichten van de zeedieren die onmiddellijk in het water terug doken. Toen ze weer probeerde terug te komen, kwam het vuur opnieuw op hen af. Uiteindelijk doken ze onder en kwamen niet meer terug. 

Toen het schip in de haven van Alexandrië aankwam, kwamen veel mensen met de vader, de patriarch, mee en droegen het heilige lichaam met respect en eerbied, gingen de stad in met een eerbiedwaardige processie en plaatsten het in de kerk, nadat ze het in kostbare lijkwaden hadden gewikkeld. 

Toen de tijd van de vervolging eindigde, verscheen een engel van de Heer aan de eerbare patriarch, anba Athanasius de apostolische. De engel deelde hem mee dat het de opdracht van de Heer was om het lichaam van de heilige Mina op een kameel te leggen en deze uit de stad te laten gaan zonder dat iemand de kameel leidde. Ze moesten het dier van een afstand volgen tot het stopte op de plaats die de Heer zou aanwijzen. Ze liepen achter de kameel totdat ze bij het meer van Bayad, een plaats in het Marioet district, kwamen. Daar hoorden ze een stem die zei: ”dit is de plaats waar de Heer wenst dat het lichaam van Zijn geliefde Mina wordt gelegd.” Ze lieten het lichaam zakken en legden het in een kist. Toen plaatsten ze het in een prachtige tuin en er gebeurden vele wonderen door het lichaam.

Later, toen de mensen van Pentapolis, de vijf steden rond Alexandrië, wilden aanvallen, maakten de mensen zich op om het tegen de Berbers op te nemen. De gouverneur besloot om het heilige lichaam van de heilige Mina met zich mee te nemen als zijn bevrijder en beschermer. Hij nam het lichaam in het geheim mee en door de zegening van deze heilige overwon hij de Berbers en keerde zegerijk terug. De gouverneur besloot het lichaam van de heilige niet terug te brengen naar zijn oorspronkelijke plaats en wilde het naar Alexandrië brengen. Op de weg daarheen passeerden ze het meer van Bayad, de oorspronkelijke begraafplaats van de heilige Mina. De kameel die het lichaam droeg, knielde neer en wilde niet meer bewegen, ondanks herhaald slaan. Ze verplaatsten het lichaam naar een andere kameel, maar ook deze kameel wilde niet van zijn plaats komen. De gouverneur begreep dat dit een bevel was van de Heer. Hij maakte een kist van rotbestendig hout en plaatste de zilveren kist erin. Daarna bracht hij het terug naar zijn plaats, vroeg om de zegen van de heilige Mina en keerde terug naar de stad.

Toen de Heer de locatie van het lichaam van de heilige Mina wilde onthullen, deed Hij dit op Zijn manier. Er was een schaapherder in de woestijn. Op een dag gleed een schaap met scabiës uit en viel in het water van een bron dichtbij de plaats van het lichaam van de heilige. Het schaap kwam uit het water, rolde in het zand van die plaats en ogenblikkelijk was het genezen. Toen de herder dit wonder zag, was hij verbaasd. Hij nam wat van het zand, mengde het met water en smeerde het op elk schaap met scabiës en ook met andere ziekten en ze werden onmiddellijk genezen. Het nieuws van deze wonderen verspreidde zich in alle landen totdat de keizer van Constantinopel ervan hoorde. Hij had maar één dochter en zij was melaats. Haar vader stuurde haar naar de plaats waar het lichaam van de heilige was en ze vroeg aan de schaapherder hoe deze wonderen plaatsvonden. Ze nam wat van het zand, mengde het met water, smeerde het op haar lichaam en sliep die nacht op die plaats. In haar slaap zag ze de heilige Mina die tegen haar zei: ”Sta vroeg op, graaf op deze plaats en je zult mijn lichaam vinden.” Toen ze opstond, zag ze dat ze genezen was. Ze begon te graven zoals haar was gezegd en ze vond het heilige lichaam. Ze stuurde haar vader het bericht. De keizer verheugde zich zeer, dankte de Heer en prees Zijn Naam. Hij stuurde mannen en geld en bouwde een kerk op die plaats. Die werd gewijd op de 15e dag van de maand Baoena.

Toen Arcadius en Honorius regeerden, gaven ze opdracht om daar een stad te bouwen. Een grote menigte mensen kwam naar de kerk om de voorspraak van de gezegende heilige Mina te vragen. De Heer eerde hem met vele tekens en wonderen die plaatsvonden door zijn reine lichaam. Toen de Arabieren naar Egypte kwamen, vielen sommigen van hen de stad aan en de kerk werd verwoest. Er bleef maar een ruïne over. 

Toen zijne heiligheid paus Kirolos VI (Cyril) gewijd was als patriarch op de stoel van de heilige Marcus, heeft hij een groot klooster gebouwd in dit gebied (Marioet) in de naam van de heilige Mina. Hij gebruikte veel geld om het voor elkaar te krijgen. Er zijn nu vele kerken in het klooster, bezocht door vele orthodoxe aanbidders die erheen gaan om zegen te ontvangen en te bidden. Hij kocht ook 100 hectare grond en bouwde er een omheining omheen. Hij wijdde een aantal monniken, die een hoge graad hadden in wetenschap en godsdienst.

Moge de voorspraak van Mari-Mina met ons zijn en alle eer voor altijd aan onze Heer. Amen.