Close

Sint Paulus van Thebe

Sint Paulus (Anba Boula) kwam uit de stad Alexandrië. Zijn broer heette Petrus. Toen hun vader stierf, kwamen ze bij elkaar om de erfenis te verdelen. Zijn broer Petrus nam het grootste deel en gaf Paulus het kleinste; dat deed Paulus verdriet en hij vroeg zijn broer: Waarom geef je mij niet mijn deel van de erfenis van mijn vader? Petrus antwoordde: Omdat je nog te jong bent en ik vrees dat jij je vermogen zult verkwisten. Ik zal het voor jou in bewaring nemen. Nadat ze daarover een hele tijd geredetwist hadden, gingen ze naar de rechter, opdat die voor hen een beslissing zou nemen. 

Onderweg kwamen ze een lijkstoet tegen en de heilige Paulus vroeg aan een man wat er gebeurd was. De man vertelde hem: Deze daar, beste jongen, was een van de belangrijkste mannen van deze stad, en had een aanzienlijk vermogen, en kijk, dat heeft hij achter moeten laten. Ze geleiden hem naar het graf in dit gewaad, waarmee hij bedekt is. Toen zuchtte de heilige Paulus en sprak bij zichzelf: wat moet ik met mijn vermogen en de schatten van deze vergankelijke wereld, die ik op een dag toch naakt zal verlaten. Daarop wendde Paulus zich tot zijn broer en sprak: Kom, beste broer, laat ons naar huis gaan; ik zal niets meer van je eisen.

Op de terugweg, verliet Paulus zijn broer en ging zijn eigen weg tot hij de stad uit was. Paulus vond een graf waar hij drie dagen verbleef, biddend tot de Heer Jezus om hem te leiden naar wat Hem behaagde. Zijn broer Petrus was intussen op weg gegaan en informeerde vele dagen naar Paulus. Toen Petrus zijn broer Paulus niet kon vinden, maakte zich een groot verdriet van hem meester en hij was bedroefd over alles, wat hij, zonder er goed bij na te denken, Paulus aangedaan had.

Naar de heilige Paulus zond de Heer zijn engel, die hem van die plek wegleidde; de engel liep voor Paulus uit, tot zij midden in het oosterse woestijn kwamen. Daar bleef Paulus zeventig jaar, zonder iemand te zien; Paulus droeg een tuniek van vezels van de bast van een palmboom, en iedere dag stuurde de Heer hem een raaf met een half brood.

Toen nu de Heer de heiligheid en rechtvaardigheid van de heilige Paulus wilde openbaren, zond hij zijn engel naar de heilige Antonius, die dacht, dat hij de eerste was, die in de woestijn verbleef.

De engel zei tegen de heilige Antonius: “Diep in de woestijn leeft een man, wiens voetstappen de wereld niet waardig is. Door wiens gebed de Heer regen en dauw naar de aarde zendt, opdat de Nijl op tijd buiten zijn oevers treedt.” Toen de heilige Antonius dit hoorde, begaf hij zich op weg en ging een dag verder de woestijn in. 

De Heer leidde Antonius naar de grot van St. Paulus; St. Antonius ging de grot binnen, ze maakten een buiging voor elkaar en spraken over de grootheid van de Heer. Toen het avond werd, kwam de raaf en bracht dit keer een heel brood. Toen zei de heilige Paulus tegen de heilige Antonius: Nu weet ik, dat jij een van de kinderen van God bent. Zeventig jaar lang stuurde de Heer mij dagelijks een half brood. Nu stuurt de Heer ook jouw voedsel; ga nu en haal snel voor mij de mantel, die keizer Constantijn aan Paus Athanasius cadeau gedaan heeft. St. Antonius ging naar Paus Athanasius, kreeg van hem de mantel en keerde terug. Op de terugweg zag St. Antonius de ziel van de heilige Paulus ten hemel opstijgen, gedragen door engelen. 

Toen hij bij de grot aankwam, zag hij dat de heilige Paulus overleden was. Antonius kuste de heilige Paulus en huilde, daarna hulde hij hem in de mantel waarom hij gevraagd had en nam de kleding van bast. Toen de heilige Antonius de heilige Paulus wilde begraven, en zich afvroeg hoe hij een graf moest graven, kwamen er twee leeuwen de grot binnen, bogen hun hoofden voor het lichaam van de heilige Paulus en schudden hun hoofden alsof zij aan de heilige Antonius vroegen, wat zij moesten doen. De heilige Antonius wist, dat zij gestuurd waren door God. Hij markeerde de lengte en de breedte van het lichaam op de grond en de leeuwen groeven het graf met hun klauwen, volgens de aanwijzingen van de heilige Antonius. 

De heilige Antonius begroef het lichaam en keerde terug naar Paus Athanasius en vertelde hem wat er was gebeurd. De Paus stuurde mensen om het lichaam van St. Paulus te halen. Ze zochten vele dagen in de berg, maar konden hem niet vinden, tot de heilige Paulus in een droom aan de Paus verscheen en hem duidelijk maakte, dat de Heer niet wilde, dat zijn lichaam weer tevoorschijn zou komen. De Paus moest dus zijn mensen niet langer moeite laten doen. Toen stuurde de Paus er iemand heen en liet de mensen terugroepen. 

Het kleed van palmboombast trok de Paus elk jaar drie keer aan en hield daarin de kerkdienst. Op een van deze dagen wilde hij de mensen de bijzondere eigenschappen van dit kleed laten zien. Hij legde het op een dode, waarop deze opstond. Dit wonder werd in heel Egypte bekend.  

Moge zijn gebeden met ons zijn. Amen.