Close

Sint Stefanus

De naam Stefanus komt uit het grieks en betekent “kroon” of “bloemenkrans”. Stefanus was de eerste martelaar die de kroon der martelaren ontving. Hij was een Griekse Jood, dat wilt zeggen, een Jood die een Griekse opvoeding kreeg en de Griekse taal sprak. Hij was één van de eerste zeven diakenen, een man vol geloof en kracht en hij verrichtte veel wonderen onder de gelovigen (Hand. 6:8) “En Stefanus, vol van genade en kracht, deed wonderen en grote tekenen onder het volk.” Naast zijn hoog religieuze opvoeding sprak hij met een bijzondere spirituele taal en een warm hart. 

Hij werd als diaken gekozen toen de Apostelen merkten dat zij hulp nodig hadden bij het dienen van de armen en behoeftigen zodat zij meer tijd konden besteden aan de missie en getuigenis voor de Heer Jezus de Verlosser, hetgeen hun belangrijkste roeping was. “En de twaalven riepen de menigte des discipelen bijeen en zeiden: Het bevredigt niet, dat wij met veronachtzaming van het Woord Gods de tafels dienen. Ziet dan uit, broeders, naar zeven mannen onder u, die goed bekend staan, vol van Geest en wijsheid, opdat wij hen voor deze taak aanstellen; maar wij zullen ons houden aan het gebed en de bediening van het woord.” (Hand. 6:2-4)

De gelovigen kozen zeven wijze mannen vol van de Heilige Geest “hen stelden zij voor de apostelen die hen, na gebeden te hebben, de handen oplegden.” (Hand. 6:6). De persoonlijkheid en de wonderen van Sint Stefanus riepen de jaloezie, afgunst en verzet van zijn Griekse landgenoten op “en zij waren niet bij machte de wijsheid en de Geest, waardoor hij sprak, te weerstaan.”   (Hand. 6:10)

Door hun falen en de ontmaskering van hun zwakte werden zij nijdig en hebben zij het volk, de oudsten en de Schriftgeleerden tegen hem opgejaagd. Zij hebben Sint Stefanus ontvoerd en brachten hem voor de Raad: “Toen schoven zij mannen naar voren, die zeiden: Wij hebben hem lasterlijke woorden tegen Mozes en God horen spreken. En zij brachten zowel het volk als de oudsten en de Schriftgeleerden in opschudding; en op hem aandringende, sleepten zij hem mede en leidden hem voor de Raad, en voerden valse getuigen aan, die zeiden: Deze mens spreekt onophoudelijk lasterlijke woorden tegen deze heilige plaats en de wet, want wij hebben hem horen zeggen, dat deze Jezus, de Nazareeër, de plaats zal afbreken en de zeden veranderen, die Mozes ons heeft overgeleverd. En allen, die in de Raad zitting hadden, zagen, toen zij hem aanstaarden, zijn gelaat als het gelaat van een engel.” (Hand. 1:11-15) 

Vóór de Raad heeft Sint Stefanus een historisch betoog gepresenteerd waarin hij de geschiedenis van het Israëlitische volk vanaf Abraham via hun verblijf in Egypte en het leven van Mozes en zijn opvoeding in het huis van de farao en zijn vlucht naar de Sinaï, zijn ontmoeting met God in het brandende braambos en alle wonderen die hij ten overstaan van de farao heeft verricht tot de vlucht van de Israëlieten uit Egypte en de oversteek van de Rode Zee en in dat hele verhaal accentueerde hij de rechtmatigheid van God en de hardheid van het hart van het joodse volk en zodoende keerde hij zijn verweer in een brutale aanval op zijn bevrachters.

Zijn woorden waren vurig en overtuigend, vol met bewijs van zijn onschuld en van zijn gelijk, maar zij bereikten hun harde harten niet, dus beëindigde hij zijn betoog met de krachtige woorden: “Hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij verzet u altijd tegen de Heilige Geest; gelijk uw vaderen, zo ook gij, Wie van de profeten hebben uw vaderen niet vervolgd? Zelfs hebben zij hen gedood, die geprofeteerd hebben van de komst van de Rechtvaardige, van wie gij nu verraders en moordenaars geworden zijt, gij, die de wet ontvangen hebt op beschikking van engelen, doch haar niet hebben gehouden.”  (Hand.7:51-53)

De woorden van Sint Stefanus hadden hun afgunst vergroot en hen kwaad gemaakt, maar hij was met zijn hart verheven naar God in de hemel en hij zag de glorie Gods en Jezus Messias aan Zijn rechterhand en hij zei: “Zie, ik zie de hemelen geopend en de Zoon des mensen, staande ter rechterhand Gods.”   (Hand. 7:56)  Deze woorden brachten haat en nijd in hun harten en zij sloten hun oren net als of hij lasterlijk sprak en zij vielen hem aan en brachten hem buiten de stad en stenigden hem, maar hij deed net als zijn Verlosser “en op de knieen vallende, riep hij met luider stem: Here, reken hun deze zonde niet toe! En met deze woorden ontsliep hij.” (Hand. 7:60) Dit gebeurde in het jaar 36 of 37 A.D.

Saulus was één van de toeschouwers van de steniging van Sint Stefanus en hij heeft zelfs de kleren van de stenigers bewaakt. Het moet ook zo zijn geweest dat velen, inclusief Saulus, geraakt werden door de laatste woorden van Sint Stefanus en bekeerd werden, zoals Saulus later.

Het doden van Sint Stefanus werd gevolgd door de vervolging van de gelovigen in Jeruzalem Wij weten de details niet. Wij weten dat Saulus meedeed en dat deze vervolging resulteerde in de verspreiding van de gelovigen, behalve de Apostelen, in Judea en Samaria. “En Saulus stemde in met zijn terechtstelling. En er ontstond te dien dage een zware vervolging tegen de gemeente te Jeruzalem; en allen werden verstrooid over de streken van Judea en Samaria, met uitzondering van de apostelen. En vrome mannen droegen Stefanus ten grave en bedreven grote rouw over hem.” (Hand. 8:1+2)

De Joden dachten dat het doden van Sint Stefanus en het vullen van de gevangenissen met de christenen het christendom in de kiem zou smoren, dat gebeurde echter niet, “Zij dan, die verstrooid werden, trokken het land door, het evangelie verkondigende.” (Hand.8:4) En zo werd de marteling, vervolging en verstrooiing van de christenen de manier om het woord van de verlossing te verspreiden van Jeruzalem naar heel Judea en Samaria, zodat de woorden van de Messias aan Zijn Discipelen: “maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.” (Hand. 1:8), hiermee bevestigd worden.

Moge de gebeden van deze heilige met ons zijn. Amen.