Mari Guirguis en Sint Demiana
Er zijn verschillende versies van de geschiedenis van Mari Guirguis, die door de Kopten aangeroepen wordt als doeltreffend bemiddelaar. Vele verhalen zijn overgeleverd door traditie en worden over het algemeen als geschiedenis aangenomen. Volgens het Koptisch Synexarium, het jaarboek der heiligen van de Koptische Kerk, werd Mari Guirguis geboren in Cappadocia en was hij de zoon van Anastasius en Theopista. Zijn vader, die daar landvoogd was, stierf toen Mari Guirguis twintig jaar oud was. Na de dood van zijn vader ging hij met zijn moeder naar Palestina, het land waar zij geboren was. Daar had zij een aanzienlijk landgoed, dat later aan haar zoon toekwam.
George had dienst genomen in het leger, waar hij tot tribuun – kolonel – benoemd was. Ook eiste hij van keizer Diocletianus de rang van zijn vader op. Door zijn moed en handelswijze werd hij al gauw door keizer Diocletianus tot een hogere rang bevorderd. Toen deze keizer de oorlog verklaarde aan het christelijk geloof, legde Mari Guirguis zijn onderscheidingen af, gaf zijn officiersaanstelling en betrekkingen op en beklaagde zich bij de keizer zelf over diens hardheid. Hij was bedroefd over het heidens gedrag van de keizer en de manier waarop hij de christenen vervolgde en besloot zijn leven te geven als één van de soldaten van God. Hij gaf zijn bezittingen aan de armen en ontsloeg zijn bedienden.
Toen Mari Guirguis in Nicomedia overal de keizerlijke bevelschriften tegen hen die het christendom beleden zag hangen, werd hij woedend en verscheurde ze. Er werd opdracht gegeven om hem voor de rechtbank van de keizer te geleiden waar hij openlijk verklaarde dat hij christen was en riep in woede naar de keizer uit: “Wanneer zult u eens ophouden met onschuldige christenen te martelen en hen te dwingen hun geloof te verloochenen! Als u hun geloof niet wilt accepteren, laat ze dan ook niet vervolgen!”
Magnentius, één van de hovelingen van de keizer, probeerde hem tot bedaren te brengen maar dat lukte niet. De keizer kwam tussenbeide en herinnerde George aan de gunsten die hij hem verleend had en beloofde hem nog meer als hij Christus zou verwerpen. Mari Guirguis weigerde vol minachting het aanbod van de keizer en werd vervolgens gemarteld, hetgeen hij zonder verzet onderging.
Een tovenaar, Athanasius genaamd, werd gevraagd om George een giftig drankje toe te dienen waarover hij een paar toverformules uitsprak. Mari Guirguis maakte het teken van het Kruis over de beker en dronk het, zonder nadelige gevolgen, leeg. De keizer begreep dat George beschermd werd door het teken van het Kruis en liet de handen van Mari Guirguis op zijn rug vastbinden. Vervolgens kreeg hij weer een giftig drankje voorgehouden. Mari Guirguis vroeg toen aan de keizer: “Van welke kant wilt u dat ik drink? Van daar, of hier, of misschien wel van deze of die kant?” Waarbij hij met zijn hoofd de richting van het Kruis over de beker volgde. George dronk de beker leeg en wederom beschermde het teken van het Kruis hem. Toen hij dit zag aanvaardde de tovenaar het christelijk geloof en werd vervolgens door de keizer ter dood gebracht waarvoor hij de kroon van martelaarschap ontving.
De keizer was verschrikkelijk woedend en gaf opdracht Mari Guirguis te laten verbrijzelen onder zware rollen totdat hij de geest gaf, Hij werd buiten de stad gegooid. Maar Christus bracht hem weer tot leven en George ging terug naar de stad waar meer dan 3.000 mensen hier getuigen van waren en het christelijke geloof aanvaardden. Zij werden allen onthoofd, gewillig de kroon van martelaarschap zoekend.
Nadat Mari Guirguis nog meer wonderen verricht had verergerde Diocletianus de martelingen. Tenslotte bood hij hem zijn dochter aan om mee te trouwen, maar dan moest hij wel eerst wierook voor de afgoden offeren. Mari Guirguis deed net alsof hij dat aanbod accepteerde en werd in het paleis toegelaten. Terwijl hij bad en de psalmen zong hoorde de keizerin hem en zij vroeg naar de betekenis van zijn gebeden. Nadat hij het aan haar had uitgelegd geloofde zij ook in Christus en de keizer liet haar onthoofden.
Uiteindelijk werd ook Mari Guirguis onthoofd en verkreeg hij de kroon van martelaarschap. In het Koptisch Synexarium staat 307 na Christus als het jaar van zijn martelaarschap.
Alhoewel geen geboren Egyptenaar, is Mari Guirguis één van de meest geliefde en aangesproken heiligen van de Koptisch Orthodoxe Kerk. Zijn gedenkdag is 23 Baramoudah (1 mei). Er zijn in heel Egypte ontelbare kerken aan hem gewijd. Buiten dat is er bijna geen kerk in het land dat niet één of twee ikonen van deze grote martelaar bezit. Op de gedenkdag van zijn martelaarschap en tijdens vele andere data, trekken vieringen en mullids (religieuze feesten) vele duizenden pelgrims en patiënten van heinde en verre aan. Onder de meest beroemde kerken zijn de twee te Mit Damsis, ten noorden van Mit Ghamr in de Delta waar jaarlijks van 22 tot 28 augustus vieringen gehouden worden.
Moge de gebeden van deze grote heilige met ons zijn. Amen.
Made by Doublit Software en Multimediadesign. © Koptisch Orthodoxe Kerk - Utrecht
Used graphics credited to J. Atta