Mari Guirguis en Sint Demiana
Over deze paus werd meer geschreven na zijn dood dan tijdens zijn leven, en dit in verschillende talen. Dankzij die geschriften leerden velen hem kennen, vooral in Egypte, Soedan, Ethiopië, Libanon en Syrië. Hij staat bekend als een man van God, een man van gebed die gezegend was met de gave om mirakels en wonderen te verrichten.
Op 9 november 1956 overleed paus Yousab II en de pauselijke stoel bleef leeg tot de benoeming van paus Kyrillos VI op 10 mei 1959. Gedurende die tijd was er voortdurend gebed waarbij men de Heer vroeg om goede raad. Ook werd er een vastenperiode ingevoerd opdat God een goede herder voor Zijn kerk zou kiezen. Intussen hield men de verkiezingen waarbij men de drie kandidaten met het grootste aantal stemmen eruit nam. Op zondag, 19 april 1959 vond de loting in het heiligdom plaats en het winnende lot was dat van hegumen Mina.
Op 19 mei 1959 werd hegumen Mina volgens de gebruiken van de kerk als paus aangesteld en hij kreeg de naam Kyrillos hoewel iedereen had verwacht dat men hem Mina zou noemen. Maar hij had al eerder paus Kyrillos V in een droom gezien en vroeg daarom om naar hem genoemd te worden.
Zijn jeugd
Op 2 augustus 1902 werd Azer geboren in een vrome, godsdienstige familie vervuld van de geest van goedheid. Hij was de tweede van zijn broers. De familie verbleef in Damanhour nadat ze geëmigreerd waren uit Toukh El Nasara. Hun huis was een rustplaats voor monniken en één van hen was hegumen Tadros el Baramosy die eens zie tegen de moeder van Azer: ‘Hij behoort toe aan ons’. Azer voltooide zijn middelbare studies te Alexandrië en ging dan werken bij een scheepvaartbedrijf. Plots nam hij ontslag van zijn werk en maakte hij zijn verlangen bekend om monnik te worden. Zowel zijn familie als Anba Youannes, de metropolitaan van El Beheira en El Monofia probeerden hem van die gedachte af te brengen, maar hij had al de weg naar God gevonden.
Zijn monnikendom
Anba Youannes heeft hem geholpen in zijn tocht naar het monnikschap met de goedkeuring van zijn broer en zijn vader. Zo sloot hij zich aan bij de Klerikale school in Mahmasha en op 27 juli 1927 trad hij toe tot El Baramos klooster dankzij de metroplitaan en sedertdien droeg hij een zwarte soutane en een zwart hoofddeksel.
God gaf hem zegen in de ogen van hegumen Abd El Maseeh el Masoudy die zijn spirituele vader werd. Azer werd zijn zoon en hij werd een zachtaardige doch zeer zorgvuldige vader. Bij het begin van de grote vastenperiode, op maandag 25 februari 1928 werd hij ingewijd als monnik met de naam Mina.
Hij stond bekend om zijn bescheidenheid en dienstbaarheid aan de ouderen, maar ook om zijn liefde voor het lezen van de verhalen en leer van de kerkvaders. Zo werd hij verantwoordelijk voor de bibliotheek van het klooster. Wat hij het liefst las, waren de geschriften van Mar Isac El Soriany, die hij dan 5 keer overschreef. Daarna bracht hij een maandelijks tijdschrift uit: ‘Haven van redding’ op aanraden van zijn spirituele vader, die hij met de hand kopieerde voor elke monnik in het klooster.
Zijn priesterschap
Hij werd ingewijd als priester door Anba Demetrios, metroplitaan van El Monofia op zondag 18 juli 1931 waarna hij in de theologische school in Helwan ging studeren met zijn vriend hegumen Kyrillos Anba Bola. Sindsdien bleef hij elke dag de vespers, ochtendgebeden en de mis vieren.
Leven van afzondering
Nog maar vijf jaar na zijn inwijding als monnik, verliet hij het klooster om in afzondering te gaan leven in een grot. Elke zaterdagavond ging hij dan terug naar zijn klooster om de zondagavond weer te vertrekken richting grot. Op een dag bezocht paus anba Youannes hem met een Amerikaanse toerist die geïnteresseerd was in het monnikschap en erover wilde schrijven. De verantwoordelijke voor monumentenzorg was er ook bij, dr. Hassan Fouad. Een tijdje later ging vader Mina in een verlaten molen gaan wonen in Oud Caïro waarvoor hij de toestemming had verkregen van diezelfde verantwoordelijke voor monumentenzorg die eerder bij hem op bezoek was geweest in zijn grot. De molen had geen deur noch plafond. Hij had het gezelschap van een wolf die hem elke avond bezocht en koffie dronk met hem om dan weer te vertrekken in de morgen. Later, heeft hij met behulp van een paar vrienden een plafond en een tweede verdiep kunnen bouwen voor de molen die dan als heiligdom zou dienen. God zorgde dan voor een diaken die elke dag met hem de mis zou vieren.
Verantwoordelijk voor het klooster van Anba Samuel de Confessor
Op aanraden van Anba Yousab, de pauselijke vervanger na het overlijden van paus Youannes, de 113e paus, werd vader Mina aangesteld tot verantwoordelijke voor het klooster van Abba Samuel El Kelmouny. Hij renoveerde het klooster en de kerk van de heilige Maria die zich binnen het klooster bevond die Anba Athanasius dan inwijdde. Daar werd vader Mina tevens gepromoveerd tot hegumen. En zo bracht deze simpele dienaar van God weer leven in het klooster.
Bouw van de Mari Mina kerk in Oud Caïro
Op verzoek van hegumen Mina werd een stuk grond gekocht in Oud Caïro waarop hij dan een kerk in naam van de heilige Mina oprichtte nadat hij had gefaald in het weer tot leven brengen van het klooster van Mari Mina te Mariout. Zelf nam hij zijn intrek op het bovenverdiep van de kerk. Hij zorgde ook voor een plaats waar men diensten aanbood, onderwijs verleende, en ook voor een verblijfplaats voor bezoekers uit andere streken. Hij begon ook weer met het uitbrengen van het tijdschrift ‘Haven van redding’. Later werd de eerste generatie van jongeren die onder zijn begeleiding in de kerk verbleven monniken. God zegende hem met veel gaven zoals het talent om wijs te oordelen, om ziektes te genezen, en om boze geesten uit te drijven. Toch bleef hegumen Mina al die tijd in stilte en bescheidenheid bidden met tranen en vasten totdat hij werd verkozen tot paus.
Tijdens mijn bezoek aan het universitaire ziekenhuis in Alexandrië om daar een dienaar van de kerk te ontmoeten, stelde die dienaar mij voor aan zijn collega in het ziekenhuis en zei: “Dit is een professor op universiteit en hij is een vriend van wijlen paus Kyrillos VI”. Ik was verwonderd omwille van het feit dat hij zeer jong was in vergelijking met de de ouderdom van wijlen paus Kyrillos. Ik vroeg hem dus wat uitleg te geven over die vriendschap tussen hem en de paus en hij antwoordde: ” Mijn vrienden en ik gingen vroeger samen naar vader Mina, de monnik. Wij hielden van hem en hij van ons. Mijn ouders (die niet christelijk waren) zeiden altijd dat die man niet van deze wereld was.”
Zo spraken de niet-christenen over hem: als iemand wiens kwaliteiten van de hemel leken te komen !
Zijn benoeming tot paus van Alexandrië
De bisschoppen namen hem mee van zijn klooster naar het patriarchaat, zoals de traditie van de kerk dat voorschrijft, ’s morgens op zondag 10 mei 1959.
Sinds hij tot paus benoemd werd, waren de deuren tot de pauselijke verblijfplaats in Azbakia dag en nacht open voor iedereen. De jongeren maakte hij tot zijn leerlingen en hij diende de kerk op uiteenlopende manieren.
Op spiritueel vlak was hij iemand die altijd met veel liefde en spiritualiteit bad voor het altaar op een manier die werkelijk de harten van het volk raakte. Zo zette hij iedereen aan tot liefde van God, van de kerk en van de anderen.
Op vlak van vernieuwing, renoveerde hij het klooster van zijn geliefde Mari Mina dat in de tiende eeuw verwoest werd en zo keerden de gebeden en gezangen alsook het leven terug naar deze plek in Mariout. Hij renoveerde ook de kloosters in de woestijn van Scetis en de kloosters in het oosten. Ook richtte hij de nieuwe kathedraal op en een gebouw voor de Klerikale school in het Anba Reweis district alsook vele kerken en kloosters voor nonnen.
Op cultureel vlak, steunde hij de Kerkelijke academiën enorm. Hij stelde twee bisschoppen aan, een bisschop voor onderwijs en een bisschop voor wetenschappelijk onderzoek. Hij bouwde ook een gebouw speciaal voor de drukmachine die hem werd geschonken door de kerk van Zwitserland.
Op nationalistisch vlak, was de paus vastberaden zijn dienst in Caïro te beginnen zoals zijn voorgangers dit doorheen de eeuwen gewoon waren. Hij bracht op vrijdag 12 oktober van hetzelfde jaar van zijn benoeming een bezoek aan president Gamal Abd Elnasser. Er was een tijd wanneer president Abd Elnasser een sterke afkeer voor de kopten had en de relatie tussen hem en de paus ging sterk achteruit. De paus kon niets anders doen dan bidden tot God en de intercessie vragen van St. Marcus, die het christendom naar Egypte bracht. Op wonderlijke wijze veranderde de vijandschap in vriendschap. Zo groeide er een hechte vriendschap tussen president Abd Elnasser en paus Kyrillos VI en ze brachten elkaar zelfs regelmatig bezoeken. De staat stak een handje toe bij het vereffenen van de schulden van het patriarchaat en president Abd Elnasser nam deel aan de festiviteiten die plaatsvonden bij het leggen van de eerste steen van de grote kerk van El Morkosia in het district Anba Reweis.
Belang van het buitenland
Tijdens zijn periode als paus, werden meerdere kerken in Europa opgericht. Er werd ook een bisschop aangesteld voor Jeruzalem om daar te zorgen voor het bezit van de koptische kerk.
In Afrika zorgde hij voor de organisatie van de kerk in Ethiopië zowel op pastoraal alsook op administratief vlak. Hij stelde ook een patriarch aan, Anba Basilios die ingewijd werd in Egypte in juni 1959. Imperator Haileslassie was aanwezig op deze aangelegenheid en hij overhandigde paus Kyrillos de eremedaille van Soliman de Grote. Op zijn beurt, bezocht paus Kyrillos VI Ethiopië in oktober 1960 om daar op een uitzonderlijk enthousiaste manier verwelkomd te worden.
En voor de eerste keer in de hedendaagse tijd, werden er opnieuw concilies georganiseerd. Zo leidde de paus een conferentie van de niet-Chalcedonische kerken die in Addis Abeba plaatsvond in januari 1965. Er werd toen overeengekomen met de Patriarch van Antiochië, de Patriarch van Roemenië, de patriarch van de Syrische kerk in Indië over enkele beslissingen die zouden leiden tot de verdieping van bepaalde theologische begrippen in de orthodoxie.
Verspreiding van het geloof
De paus delegeerde in 1960 mensen om zorg te dragen voor de kerk in de landen van oost-Afrika en om deel te nemen aan de conferentie voor de kerken van Afrika en de conferentie voor de Afrikaanse jeugd. Tezelfdertijd moedigde hij de faculteit Afrikaanse studies aan in het Koptische seminarie om een generatie voor te bereiden van theologen en leken die in Afrika zouden dienen. Er kwamen ook delegaties vanuit andere Afrikaanse landen om te studeren aan het Koptische seminarie in Egypte.
De attitude van de staat t.o.v. immigratie ten tijde van Abd Elnasser
President Abd Elnasser had bijna immigratie van Egyptenaren naar Noord-Amerika en Australië onmogelijk gemaakt. De overheid keek naar iedere immigrant (meestal christenen) als een verrader. En voor vele immigranten leek hun droom om Egypte, hun geliefde vaderland, nog eens te zien, onverwezenlijkbaar. De immigranten waren bang om naar een Egyptisch consulaat of ambassade te gaan of om een verantwoordelijke uit Egypte te ontmoeten, ze poogden ook hun verblijfplaats verborgen te houden uit vrees dat men hun familie in Egypte of henzelf schade zou toebrengen.
De kerk verkeerde in die tijd in een moeilijke situatie, het was zowel een nationalistische kerk die gehoorzaamde aan de autoriteit van de staat en liefde en loyaliteit had voor Egypte, maar het was tegelijk ook een liefdevolle moeder die haar kinderen niet kon verwaarlozen waar ze zich ook bevonden.
Wat betreft de zorg die de paus besteedde aan de immigranten, heb ik al eerder deel 1 uitgebracht van mijn boek “De kerk in het land van immigratie”, en, als God het wil, zal ik binnenkort ook deel 2 uitbrengen.
De verschijning van de maagd Maria
Een van de belangrijkste gebeurtenissen in zijn periode als paus was de verschijning van de heilige Maagd boven de koepels van haar kerk in Al Zaytoun district in Caïro. Deze verschijningen gebeurden vanaf de nacht van 2 april 1967 en duurden ononderbroken twee jaar en 4 maanden.
Bij de verschijningen waren ook meerdere andere hemelse verschijningen te zien van duiven en de aangename geur van wierook. Er vonden ook verschillende mirakels plaats waarbij zowel christenen als moslims van hun ziektes genazen.
De terugkeer van de relikwieën van Sint Marcus de evangelist naar Egypte
Nog een belangrijke gebeurtenis in het leven van paus Kyrillos VI was de terugkeer van de relikwieën van de heilige St. Marcus, die het christendom naar Egypte had gebracht, op 23 juni 1968 nadat ze gedurende een periode van elf eeuwen weg waren. De festiviteiten voor deze aangelegenheid duurde drie dagen en zowel de staat als de andere kerken namen er deel aan.
Vriendschap met de heiligen
Nog nooit hebben wij gehoord van een mens die een dergelijke vriendschapsband had met de heiligen als paus Kyrillos VI. Deze was het gewoon hen te zien en met hen te praten, vooral zijn goede vriend Mari Mina de wonderdoener. Er zijn momenteel levende mensen die ik ken die op een hechte manier omgaan met de heiligen, maar we beperken ons tot het vermelden van de doden.
Zijn dood
Op 9 maart 1971 geraakte het verlangen van zijn ziel eindelijk vervuld na een lange strijd met ziekte die 5 jaar lang voortsleepte. Hij was maar paus geweest gedurende 11 jaar en 10 maanden. Hij bleef 3 dagen lang gezeten op de pauselijke stoel terwijl zijn zonen een laatste blik op hem wierpen waarna er voor hem werd gebeden in de grote kathedraal in El Azbakia. Daarna verplaatste men zijn puur lichaam om het te begraven onder het altaar van de reusachtige kathedraal die hij had laten bouwen in het klooster van Mari Mina, zoals hij had gewenst.Na zijn overlijden
Dagelijks horen we nog wonderlijke verhalen van over de hele wereld over zijn aanwezigheid in het leven van velen, zelfs na zijn vertrek. Ik zal nooit vergeten hoe een vriend van Australië naar Alexandrië kwam om er maar een weekje te verblijven. Ik was verwonderd om de korte duur van zijn bezoek, maar toen zei hij: ‘Ik ben gekomen vanuit Australië om het graf van wijlen paus Kyrillos VI te bezoeken en dan weer direct terug te keren, want zijn gebeden hadden mij gered!’
Er zijn zoveel verschijningen van hem geweest over heel de wereld dat het haast niet meer te geloven is. Veel mensen zijn terug op het rechte pad geraakt en zijn naar God teruggekeerd dankzij zijn verschijningen.
Mogen zijn zegen en intercessies altijd bij ons zijn…… Amen
Made by Doublit Software en Multimediadesign. © Koptisch Orthodoxe Kerk - Utrecht
Used graphics credited to J. Atta