Mari Guirguis en Sint Demiana
Sint Mercurius, bekend als de heilige met de twee zwaarden, “Abu Sefein”, werd in Rome geboren. Zijn ouders waren goede christenen en zij noemden hem Philopatir, hetgeen “Geliefde van de Vader” betekent; zij gaven hem een goede christelijke opvoeding.
Als jonge man ging hij in het leger en door de gratie van God, vertoonden zijn kracht en moed zich aan zijn bevelhebbers, door zijn goede gedrag en reine leven.
De oorlog tussen de Romeinen en de Barbaren werd zo hevig dat Keizer Decius bang werd verslagen te worden dus delegeerde hij het bevel over het leger aan de grote heilige, omdat hij wist hoe moedig deze was. Hij was ook op de hoogte van zijn geestelijk leven door hem iedere dag in de gaten te houden tijdens zijn gebed en aanbidding van de Heer.
De engel van de Heer verscheen aan Sint Mercurius in de gedaante van een mens gekleed in stralend witte kleding en hij overhandigde de heilige een zwaard met de woorden: “Mercurius, dienaar van Jezus Messias, ik ben gezonden om u te helpen en u naar de overwinning te leiden. Neem dit zwaard van mij aan en vecht ermee tegen de Barbaren, en als je overwint vergeet dan niet de Heer jouw God.”
Zodra de heilige dit zwaard vasthield, samen met zijn eigen zwaard, voelde hij de grote kracht en dat maakte het mogelijk dat hij door de vijandelijke linies heen kon breken. Hij liet ze niet met rust tot hij ze uiteengejaagd en overwonnen had. Decius was erg tevreden toen hij de oorlog gewonnen had en hij gaf de heilige medailles en een hogere rang in het Romeinse leger.
Toen Sint Mercurius eens zat te bidden verscheen de Aartsengel Michael aan hem en vertelde hem over de vervolging en marteling die hij als gevolg van zijn oprechte geloof zou ondergaan. De Aartsengel vertelde hem ook dat hij een martelaar zou worden en dat zijn naam een zegen voor vele mensen over de hele wereld zou zijn.
Na de grote overwinning nodigde de keizer alle staatslieden uit om wierook te offeren aan hun afgod, van wie zij geloofden dat hij deze grote overwinning had verleend en bovenaan de lijst stond Sint Mercurius. Maar hij was niet op het feest aanwezig; de keizer liet hem komen en zei tegen hem, “Ik heb jou beloond met een benoeming in de hoogste functie van het leger, dus waarom ben je dan niet gekomen om de goden te bedanken?” De moedige heilige deed zijn mantel en medailles af en riep; “Ik ben christen. Luister iedereen. Ik ben christen!” Dit was het begin van de weg naar de eeuwigheid en de martelaarskroon.
De keizer probeerde hem over te halen door hem van alles te beloven, maar wat ter wereld kan de liefde van Christus vervangen? Het resultaat was eindeloze martelingen waaronder met stokken vastgebonden en met scherpe spijkers geslagen worden; zijn lichaam werd toegetakeld met scherpe messen en verbrand; achtergelaten in een donkere gevangenis waar een Engel van de Heer aan hem verscheen en hem genas; vuur dat aan beide zijden van zijn lichaam brandde; met een zware steen om zijn nek, ondersteboven aan een boom opgehangen; en gemarteld met een zweep waarvan de uiteinden stukjes ijzer bevatten zodat zijn huid opengereten werd.
Toen de keizer eindelijk opgaf gebood hij hem te laten onthoofden in Cappaddocia, omdat hij bang was van de vele mensen die van de beroemde heilige hielden en achter hem stonden. Onderweg verscheen onze Heer Jezus Messias aan hem, hij gaf hem vrede en de belofte dat hij de kroon van het eeuwige leven zou ontvangen. Dit was een grote troost voor hem en hij zei, verheugd en vol geloof tegen de beul; “Doe wat u opgedragen is” waarna de heilige onthoofd werd en de martelaarskroon verkreeg op 25 Hatur, wat overeenkomt met 4 december.
Vele wonderen zijn verricht door zijn lichaam en uit zijn naam en tot nu vinden nog steeds vele wonderen plaats. Moge de zegeningen en tussenkomst van deze grote martelaar, Sint Philopatir-Mercurius “Abu Sefein” met ons zijn. Amen.
Made by Doublit Software en Multimediadesign. © Koptisch Orthodoxe Kerk - Utrecht
Used graphics credited to J. Atta